maandag 19 maart 2012

Mannen in de kinderopvang

gepubliceerd op 19 maart 2012

Vorige week maandag ging het proces tegen Robert M., de van kindermisbruik verdachte medewerker van een kinderdagverblijf, van start. Deze zaak krijgt vanzelfsprekend heel veel media-aandacht, want het misbruik van zoveel kinderen (ruim 60) door één persoon, dat is natuurlijk verschrikkelijk. En de emoties zijn nog verder opgelopen, omdat het misbruik voornamelijk plaatsvond in een - zo dacht men - veilige, vertrouwde omgeving: het kinderdagverblijf. Dat gevoel van ‘veilig en vertrouwd’ werd niet alleen abrupt weggenomen bij de ouders van de slachtoffertjes, maar bij ouders in heel Nederland.

Geen mannen
Na het verwerken van de eerste schrik, verschoof de inhoud van dit nieuws al snel naar een discussie over mannen in de kinderopvang. Veel ouders vonden dat mannen niet werkzaam mochten zijn in de kinderopvang, want je mocht geen risico’s lopen. Ook ik begon me af te vragen waarom de aardige, maar een beetje stille jongen die stage liep op de groep van mijn zoontje, had gekozen voor deze opleiding. Waarom zouden jongens van 17 jaar dat zo leuk vinden? Ik heb het antwoord nooit gekregen, maar na de eerste golf van emotie en berichtgeving rondom Robert M. verdwenen mijn vragen langzaam weer naar de achtergrond. Hij was gewoon een heel aardige stagiair.

Debat
Ik heb het afgelopen jaar nog wel eens aan de slachtoffertjes gedacht en ook aan het proces. Welke straf zou M. krijgen? Maar het leven ging ook door en ik ‘vergat’ de hele zaak toch ook weer een beetje. Gelukkig maar, want je wilt bij zoiets niet te vaak stilstaan. Tot afgelopen zaterdag 10 maart. Ik zag toen de uitzending van ‘Debat op 2’, die, vanwege het aanstaande proces tegen M., over mannen in de kinderopvang ging. In de zaal zaten voor- en tegenstanders van mannen in de kinderopvang. Moeders, vaders, psychologen, pedagogen én: mannen uit de kinderopvang. Het was een boeiend debat, maar tegelijkertijd een herhaling van zetten: de argumenten voor en tegen van een jaar geleden kwamen weer tegenover elkaar te staan.

Wat het debat toch boeiend maakte, was een aantal voor mij nieuwe cijfers en feiten. Zo is bijvoorbeeld één op de tien misbruikers vrouw. Als je het aantal vrouwen dat werkt in de kinderopvang afzet tegen het aantal mannen, dan is de kans aanzienlijk groter dat je kind op het KDV misbruikt wordt door een vrouw dan door een man. En ze kunnen het vaak nog ongestoorder doen ook, omdat er weinig wantrouwen is. Wat ik ook interessant vond, was de mening dat kinderen van 0-4 jaar kwetsbaarder zouden zijn met betrekking tot misbruik, dan kinderen van 4 jaar en ouder? Ik vraag me dat serieus af. Een kind vanaf 4 jaar kun je volgens mij makkelijker onder druk zetten om niet te praten. Peuters zullen het misbruik wellicht eerder kenbaar maken, door gedrag en woorden.

Mannenberoep?
Ik ben zelf niet tegen mannen in de kinderopvang. En dan niet omdat ik vind dat de mannen een extra pedagogische bijdrage leveren, of omdat kinderen dan beide rolmodellen om zich heen hebben. Maar gewoon, omdat iedereen het werk moet kunnen doen dat hij wil. Bij Siem in de klas loopt een 18-jarige jongen stage als onderwijsassistent. Waarom wil hij dat? Waarom niet een ‘mannenberoep’? Nu ja, omdat hij het gewoon leuk vindt, en het ligt hem heel goed. De kinderen, en ik, zijn dol op hem!

Bron: mannenindekinderopvang.nl
In het debat op televisie viel dat woord ‘mannenberoep’ ook. Ik wil de discussie over mannen- of vrouwenberoepen hier niet openen. Wat ik echter wel raar vind, is dat veel mensen niet moeilijk doen over een mannelijke voetbaltrainer, zwemleraar of basisschooldocent. Nog niet eens zo heel lang geleden werkten er zelfs meer mannen in het basisonderwijs dan vrouwen. Zijn we daar dan niet bang voor? Kunnen die onze kinderen niet beschadigen? Op kamp of in de kleedkamer kunnen toch ook rare dingen gebeuren? Toch wordt daarover bijna nooit een discussie geopend. Mannen in de kinderopvang hebben een diploma, hebben daarvoor ook stage moeten lopen en worden gescreend. Voor basisschooldocenten geldt dit ook. Maar wat weet jij van de voetbaltrainer of de zwemleraar van je kinderen?

Extreem
We hebben gezien dat screening en opleiding geen garantie zijn voor veiligheid. Maar dat geldt voor meer beroepen. Onder brandweermannen lopen pyromanen, onder gynaecologen vrouwenhaters, onder politieagenten criminelen. Helaas onder pedagogisch medewerkers pedofielen. Mannelijke én vrouwelijke. De zaak Robert M. is echter wel een heel extreme. En hij kon ook te gemakkelijk zijn gang gaan. Op ‘het Hofnarretje’ heerste een vreemd beleid: kinderen werden thuis ontvangen bij de directeur voor feestjes, in het televisieprogramma had men het over 22 stagiaires, die als een goedkope personeelsoplossing werden ingezet. De directeur van destijds is uiteindelijk, op advies van de burgemeester, opgestapt.

Natuurlijk, de zaak M. is afschuwelijk. Maar bedenk je eens wat we onze kinderen leren over mannen door ze zo te benaderen? Mannen mogen niet alléén met kinderen in een ruimte zijn, ze mogen huilende kinderen niet op schoot nemen, ze mogen soms zelfs geen luiers verschonen en ze moeten terughoudend zijn met stoeien.

Laten we vooral leren van de zaak M. en er niet voor wegrennen. Waarom zouden alle mannen die werkzaam zijn in de kinderopvang mogelijk fout zijn en komt het niet in ons op dat de vrouwen dat ook kunnen zijn? Ga het gesprek aan met (de mannen in) het kinderdagverblijf, toon betrokkenheid bij het beleid en de dagelijkse zorg en kijk naar je kinderen. We kunnen er samen voor zorgen dat de leiding op het KDV haar pedagogische taak correct uitvoert. De mannen én de vrouwen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten