zaterdag 17 maart 2012

Goed onderwijs: meer uren of meer tijd?

gepubliceerd op: 6 februari 2012

In onderwijsland is het weer eens kommer en kwel. Leraren staken vanwege een sterk verhoogde werkdruk; steeds meer werk moet in minder tijd worden gedaan. De meeste leraren zijn het er volledig mee eens dat er extra aandacht uit moet gaan naar kinderen die moeilijk mee komen, of die het juist te makkelijk hebben op school, maar hiervoor is niemand speciaal opgeleid en extra tijd krijg je er niet voor.

Bezuinigingen hebben gemaakt dat bepaalde administratieve processen, die eerst door een speciaal ingewerkte kracht werden gedaan, nu bij de leraren zijn komen te liggen. Ook daarvoor wordt geen extra tijd uitgetrokken. Op papier wel hoor, want ze hebben de lesvoorbereidingstijd gewoon ingekort.

Als docent krijg ik vaak te horen dat je in het onderwijs toch eigenlijk niet mag zeuren, want je hebt ontzettend veel vakantie. Klopt, dat hebben we! Maar bijna niemand staat erbij stil dat minstens de helft van elke vakantie bij veel docenten opgaat aan nakijkwerk en voorbereidingen voor na de vakantie. En door de verhoogde werkdruk ploeteren veel docenten maar door tot aan de vakantie, zodat ze, eenmaal vrij, ziek worden of gewoon instorten. Maar ja, je hebt vakantie, dus je mag niet zeuren. Ik begin dus ook maar niet over de uren die we ‘s avonds thuis nog maken, want je kunt dan misschien om 15.00 uur naar huis, maar dan wachten ook een huishouden en de kids.

Ik wil niet klagen over het onderwijs hoor. Het is een prachtig vak, waarin je veel van jezelf kwijt kunt en het is heerlijk om met kinderen en jongeren te mogen werken en te zien dat ze groeien; letterlijk en figuurlijk. Maar die hoge werkdruk, die is een feit.

Waarom schrijf ik hierover op een mama-forum? Omdat ik vind dat moeders zich ervan bewust moeten zijn hoe de kwaliteit van het onderwijs – een belangrijke basis voor de toekomst van onze kinderen – onder druk staat. Wat ik vaak zie, is dat ouders het idioot vinden dat leraren willen staken, maar dat ze het wel heel belangrijk vinden dat het onderwijs van hun kind van goede kwaliteit is. Maar juist dat is waarom de bonden en de leraren staken. Wij willen goed onderwijs en dat lukt niet met die hoge werkdruk. We staken niet omdat we een week minder vakantie krijgen, maar omdat we vrezen voor de gevolgen van het beleid.

Minister Marja van Bijsterveldt vindt dat ouders steeds minder betrokken zijn bij het onderwijs. Dat ze hun kinderen maar op school droppen en de verantwoordelijkheid daar laten. Als moeder van een schoolgaand kind stuit mij dit tegen de borst, maar als docent merk ik ook dat dit wel meevalt. Veel ouders houden goed in de gaten of de urennorm wordt nagestreefd, of de lessen van kwaliteit zijn en of er voldoende aandacht is voor een probleem dat ze hebben aangegeven. En ja, er zijn ook ouders die je in een hele schoolcarrière nooit ziet, behalve als je helaas moet dreigen met een schorsing, vanwege wangedrag van hun kind. Dan is ineens de school de schuldige en hebben we geen idee waar we mee bezig zijn. Zulke ouders zullen er altijd zijn, maar de meeste ouders weten prima van het reilen en zeilen op de school.

Op de school van mijn zoon hebben ze  geen moeite om ouders te vinden die willen helpen bij klusjes en taken. De oudercommissie is druk bezet: ik wil wel, maar er is gewoon even geen plaats meer voor nieuwe leden. En veel van de ouders die actief zijn op school, hebben daarnaast nog gewoon een baan. Misschien is het niet overal in het land zo, maar het zijn nogal boude uitspraken van de minister, dat ouders te weinig betrokken zijn bij het schoolproces.

Trouwens, ze opperde zelfs dat we anders maar “minder moesten gaan werken, minder sporten of minder in de file moeten gaan staan” (NRC.nl). Nu vraag ik je. Nog niet zo heel lang geleden pushten ze vanuit Den Haag dat vrouwen juist méér moesten werken, omdat dat goed was voor de maatschappij en de economie. En als je werk hebt – waar je in deze tijd toch behoorlijk blij mee moet zijn – kies je niet bewust voor de file. En dan het minder sporten: de helft van de Nederlanders is te dik, dus we zouden juist meer moeten sporten, toch?

Of een baan en een wekelijkse sportavond zo veel invloed hebben op je betrokkenheid bij de school van je kids, is nog maar de vraag. Die betrokkenheid is een intrinsieke motivatie. Op het moment dat je kinderen krijgt, borrelt er van binnen uit iets op dat zorgt dat je de ontwikkelingen van je kind van dichtbij mee wilt maken, dat je je zorgen maakt om zijn welzijn en dat je graag ziet hoe hij leert fietsen of zwemmen. 

Maar de mate waarin die motivatie wordt geprikkeld is wel afhankelijk van het tijdsbeeld, van de maatschappelijke normen en de economische welvaart. Twintig jaar geleden werden ouders gestimuleerd vooral veel tijd in zichzelf  en hun carrière te blijven steken. Opvoedtheorieën waren ook wat losser en vrijer. Buitenschoolse opvangcentra en kinderdagverblijven rezen de pan uit. Moeders werk(t)en weer volop, kinderen lopen inmiddels massaal met huissleutels op zak en velen hebben overdag contact met hun ouders via mobieltjes. Zijn die ouders nu echt lui en ongeïnteresseerd of balanceren ze tussen verworven vrijheden en ouderlijke verantwoordelijkheid? 

Vandaag de dag lijken ouders weer vanzelf meer tijd in de kinderen te steken. Papa-dagen doen hun intrede, veel kinderdagverblijven zien een terugloop in aanmeldingen en gezinnen worden ook weer wat groter, want het is gezellig met veel kinderen om je heen. De tijd van gezellige truttigheid keert terug. Taarten bakken, breien, familiespelshows kijken, Oud-Hollandsche spelen tijdens kinderpartijtjes. Ook opa’s en oma’s zijn weer meer betrokken bij de dagelijkse bezigheden.

Volgens mij maakt minister Van Bijsterveldt zich dus veel te veel zorgen om niets. Waar ze echt mee bezig zou moeten zijn, is met de kwaliteit van onderwijs. Met de leraren die soms echt niet meer weten hoe ze de proefwerken nagekeken krijgen. Die daarom maar kiezen voor kwalitatief mindere meerkeuzetoetsen. Die lessen niet meer voorbereiden omdat er wekelijks vergaderd moet worden over ideeën waar vervolgens geen tijd voor is.

Misschien heb ik je kijk op de lerarenstaking veranderd. Misschien ook niet. Maar ik hoop dat ik in ieder geval heb laten zien dat het aantal lesuren per jaar niet doorslaggevend is voor de kwaliteit van de school van jouw kinderen. Ontspannen en tevreden leraren des te meer. En ja, daar kun je als ouder je steentje aan bijdragen, door af en toe een handje te helpen op school. Het is nog leuk ook! Maar dat wist je waarschijnlijk al lang.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten